Hoe maken we jeugdzorg bereikbaar, flexibel en effectief
07-06-2010
Op 3 juni leidde ik tijdens een druk bezocht seminar twee workshops over de kansen om in de jeugdzorg een stap vooruit te zetten met behulp van nieuwe media.
Je moet dan bijvoorbeeld denken aan de mogelijkheid om on-line contact te hebben met cliënten of aan informatie uitwisseling tussen professionals onderling. De voordelen van deze nieuwe media zijn op drie fronten te behalen.
1. Betere contactmogelijkheden met de cliënt.
Tijdens het seminar gaven medewerkers van de stichting e-hulp mooie voorbeelden van de mogelijkheden om hulpverlening on-line bereikbaar te maken voor jongeren en ouders. Om te voorkomen dat deze nieuwe communicatie allerlei nieuwe misverstanden in de hand werkt, is het natuurlijk verstandig om zo’n instrument goed voor te bereiden en in te richten. Veel jongeren zijn gewend aan nieuwe media en voelen er zich vertrouwd mee. Het is mogelijk om de intake te versnellen, van tevoren gegevens te verzamelen, de mening van de cliënt beter vast te leggen etc. Ook na het eerste gesprek kan dit middel ingezet worden om het contact te onderhouden en de voortgang te bewaken. Via een beveiligde website kun je kind & gezin van informatie op maat voorzien. Zij kunnen direct contact met een hulpverlener hebben of steun zoeken bij anderen. Internet haalt drempels weg en kan de vertrouwensrelatie tussen de jeugdige en de professional versterken. Daarmee sluit dit thema aan bij het pleidooi in mijn boek voor het herstel van het ‘Vertrouwen in de jeugdzorg’. Het lijkt ook mogelijk om hiermee cliënten te bereiken, die tot nog toe de weg naar de hulp niet weten te vinden of – door het grote verschil in cultuur en taal – bewust ontwijken. Ondanks het steeds grotere beroep op hulp is het niet bereiken van kinderen die hard hulp nodig hebben nog steeds een van de grootste uitdagingen voor de jeugdzorg en de Centra voor Jeugd en Gezin.
2. Snellere communicatie tussen jeugdzorgwerkers onderling.
Via on-line communicatie worden de mogelijkheden om kennis uit te wisselen uitgebreid en versimpeld. Daarbij denk je natuurlijk aan beveiligde netwerken binnen één instelling, waarbinnen informatie gemakkelijker gedeeld kan worden, professionals elkaar kunnen ondersteunen, nieuwe medewerkers bijvoorbeeld on-line kunnen bijstaan etc. Deze vorm bestaat al in veel instellingen met een beveiligd intern netwerk. Maar er liggen er natuurlijk nog veel kansen op het gebied van communicatie met professionals binnen ‘de keten’, ofwel de collega’s, die met hetzelfde gezin bezig zijn. Ook dit moet natuurlijk met waarborgen omgeven zijn, maar dat is geen reden om er niet aan te beginnen. Waarom zou je, in het kader van collegiale samenwerking, wel inter-professioneel over een cliënt praten en elkaar consulteren, maar er niet on-line over communiceren? Dat lijkt heel wat minder riskant voor de privacy dan een elektronisch cliëntendossier, dat zomaar een eigen leven kan gaan leiden.
3. Slimmer werken en daardoor meer tijd voor de cliënt overhouden
Door het gebruik van nieuwe media kan de informatie die in het kader van de hulpverlening beschikbaar gemakkelijker gebruikt worden om tevens het hulpproces vast te leggen. Hieruit kan dan later geput worden om verantwoording af te leggen en verrichtingen financierbaar te maken. Het gebruik van nieuwe media maakt de hulp transparanter en meer navolgbaar, voor de cliënt, maar ook voor de financier. Er is niets tegen deze openheid want we hebben niets te verbergen, we hebben alleen de privacy van de cliënt te respecteren. Nu slokt de verantwoordingsplicht een onevenredig deel van de tijd van de jeugdzorgwerker op. Registratie en schriftelijk vastleggen van processen wordt vaak ervaren als een extra activiteit en verwordt in sommige gevallen zelfs tot de kern van het werk. Overigens werd er tijdens het seminar door jeugdzorgwerkers op gewezen dat er ook collega’s zijn die helemaal ingesteld zijn geraakt op de veiligheid van het computerscherm en zich daar intussen erg veilig voelen. Als dat zo mocht zijn moet de discussie over de kern van het vakmanschap opnieuw met deze mensen gevoerd worden en moeten zij de kans krijgen om zichzelf als het ware om te scholen. De kern van de jeugdzorg – ik schreef het in navolging van Jos van der Lans als eerder op in mijn boek – is en blijft immers ‘De betekenisvolle relatie tussen cliënt en hulpverlener’. Daar verandert met de komst van de nieuwe media niks aan. Die kunnen alleen een handje helpen om die relatie ook inderdaad te realiseren en te onderhouden.