Vorige

Beroepseer

12-01-2010

In een video interview met de Stichting Beroepseer (www.beroepseer.nl) naar aanleiding van mijn boek, vat ik de huidige situatie in de jeugdzorg in vier punten samen.

 

  1. In de eerste lijn ontbreekt een echte vakman (vrouw), waar ouders en opgroeiende kinderen met hun problemen terecht kunnen. Iemand die de tijd heeft om te luisteren en die echt kan helpen. Jarenlang hebben de Provincies en de Gemeenten op dit punt naar elkaar gewezen.  Het gevolg van dit vacuüm is dat hulpvragers te snel in de gespecialiseerde zorg terechtkomen. Dit verschijnsel wordt ook wel ‘opwaartse druk’ genoemd.
  2. De schotten tussen de verschillende financieringsstromen van de gespecialiseerde jeugdzorg (jeugdzorg, jeugd GGZ, jeugd LVG, justitie) zorgen voor heen en weer geschuif met kinderen, bevorderen de inefficiëntie en werken de wachtlijsten in de hand. Hoogleraar Frits Boer zei daar op 7 november 2007 in een interview met de Volkskrant het volgende over “ De bureaucratie waarin we terecht zijn gekomen is schandalig. Makkelijke kinderen kunnen overal terecht, moeilijke worden als een hete aardappel doorgeschoven: van de psychiatrie naar de jeugdzorg en weer terug. Want ja , ze passen niet in een voorgeschreven protocol met twaalf sessies.’
  3. Net als in andere maatschappelijke sectoren is er steeds meer nadruk komen te liggen op bewijzen leveren wat je precies gedaan hebt in de vorm van controle systemen, vaak controle over controle. In vakgebieden met een langere geschiedenis en een hogere status dan de jeugdzorg bestaat daar een zeker tegenwicht tegen, In de jeugdzorg is die controlebehoefte – zeker in de Bureaus Jeugdzorg – in het hart van het vak geslopen, lijkt het soms wel het vak zelf geworden.
  4. Als gevolg van bovenstaande ontwikkelingen is het vakmanschap in de knel geraakt, het imago slecht en het zelfvertrouwen van de sector laag.

 

Ik pleit voor een omkering van het jeugdzorgstelsel, van een systeem van beheersing en georganiseerd wantrouwen naar een systeem van vakmanschap en vertrouwen, te beginnen met een vertrouwenwekkende professional in de eerste lijn. Ik voorspel dat in zo’n systeem de cliënten meer vertrouwen krijgen, de professional met meer plezier zijn werk kan doen en het imago van de jeugdzorg enorm zal verbeteren.